Luchtvervuiling

Deze app vertelt je hoeveel sigaretten je rookt door luchtvervuiling (Bron: Welingelichte Kringen)

Om je een beeld te geven van de vieze lucht in je omgeving is er nu de app ‘Shoot! I Smoke’.

De app gebruikt live gegevens van honderden meetstations overal ter wereld om te bepalen hoe smerig de lucht is. Vervolgens wordt een rekenmodel gebruikt van professoren Richard A. Muller en Elizabeth A. Muller. Die becijferden dat één sigaret gelijk staat aan 22 μg/m3 aan PM2,5 (fijnstof met een diameter van minder dan 2,5 micrometer).

Zo is het heel eenvoudig om uit te rekenen hoeveel sigaretten je aan het eind van de dag hebt gerookt puur door de hele dag in een bepaalde omgeving te verkeren. Wie in Amsterdam woont zou dagelijks bijvoorbeeld het equivalent van zeven sigaretten binnen krijgen. In Rotterdam geeft de teller 6,9 sigaretten aan en in Groningen maar 2,9 net als in Maastricht.

Er klinkt wel kritiek op de app, want klopt het wel wat er wordt gemeten? “Over welke meetstations gaat het? We hebben in ons land alleen al talloze meetstations, die vaak helemaal andere zaken meten en dat ook op verschillende manieren doen. Meten ze fijn stof of stikstof? Doen ze de metingen in natte of droge depositie, automatisch of semiautomatisch? Daar wordt geen informatie over gegeven. Bovendien is er toch nog een groot verschil tussen rechtstreeks sigarettenrook inhaleren en vervuilde lucht inademen,” aldus Katrien Smet, woordvoerder Vlaamse Milieumaatschappij.

Reuk en smaak beïnvloeden elkaar.

Geuren stimuleren hersenactiviteit ook bij ontbreken van reukvermogen (Bron: MedicalFacts)

Dit blijkt uit een onderzoek van het Reuk- en smaakcentrum onder 48 patiënten met een aangetast reukvermogen. Uit de studie komt naar voren dat meerdere hersennetwerken reageren op geuren en niet alleen de geurgebieden van het brein. De bevindingen van dit onderzoek zijn gepubliceerd in het vaktijdschrift Human Brain Mapping.

Hersenactiviteit

De onderzoeksresultaten laten zien dat verschillende hersengebieden als een netwerk samenwerken om geurstoffen waar te nemen. Wanneer geuren aanwezig zijn in de neus blijken naast de geurnetwerken ook de hersengebieden die betrokken zijn bij zien en bij het opsnuiven van lucht actief. Bij het opsnuiven van zuivere lucht ontstaat hersenactiviteit in de geurgebieden, zonder dat er een geur aanwezig was in de neus. Deze resultaten suggereren dat de zenuwbanen, die de aanwezigheid van geuren in de neus melden aan het brein, nog werken bij patiënten met een aangetast reukvermogen. Het samenwerken van verschillende hersengebieden en het opwekken van hersenactiviteit met geurloze lucht kan mogelijk de opmaat vormen voor een behandeling van aangetast reukvermogen.

Effectievere reuktraining

De conclusies van dit onderzoek zijn relevant voor de patiënten met een aangetast reukvermogen. In verschillende bevolkingsgroepen is 5 tot 20% het reukvermogen kwijtgeraakt en dit percentage neemt toe met het stijgen van de leeftijd. Mogelijk kan in de toekomst het verloren reukvermogen (gedeeltelijk) herstellen door een betere behandeling met bijvoorbeeld effectievere reuktrainingen. Het Reuk- en smaakcentrum, ontstaan vanuit de samenwerking van Ziekenhuis Gelderse Vallei en Wageningen University & Research in de Alliantie Voeding in de Zorg, adviseert om toekomstig onderzoek te richten op de behandelmogelijkheden van patiënten met een aangetast reukvermogen.

Onderzoeksopzet

De 48 deelnemers aan het onderzoek zijn zorgvuldig geselecteerd uit een groep van 124 patiënten met reukverlies. Dit om mogelijke verstorende factoren uit te sluiten. Hiervoor zijn verschillende selectiecriteria gebruikt waaronder het ontbreken van een neurologische aandoening zoals Alzheimer of hoofdtrauma.

Het reukvermogen van de proefpersonen is vastgesteld op basis van een drietal testen: geuren waarnemen (drempelwaarde), geuren van elkaar onderscheiden en specifieke geuren herkennen. Door de resultaten van deze gevalideerde testen te combineren ontstaat een totaalscore van het reukvermogen. De testmethode leverde 29 proefpersonen op die niet meer konden ruiken. De overige proefpersonen hadden een verminderd reukvermogen. Het is voor het eerst dat een onderzoek naar de activiteit van hersennetwerken van het gehele brein is uitgevoerd bij proefpersonen zonder reukvermogen.

De hersenactiviteit is vastgesteld met behulp van functionele Magnetic Resonance Image(fMRI) waarmee een driedimensionaal beeld van de doorbloeding in de hersenen ontstaat.

Griep

Griepepidemie neemt af, ook minder longontstekingen (Bron: NOS)

Ook het aantal mensen met een longontsteking is gedaald, tot 67 gevallen op 100.000 inwoners. Een week eerder piekte het aantal longontstekingen nog op 88 meldingen per 100.000 inwoners.

De griepepidemie duurt nu 14 weken, veel langer dan het gemiddelde van 9 weken, maar nog niet zo lang als de epidemie van vorig jaar, die 15 weken duurde. De langste epidemie was die van 2014/2015, met 21 weken. Er is sprake van een epidemie als er in een week minimaal 51 ziektegevallen per 100.000 inwoners zijn.

Dodelijker

Zaterdag meldde het CBS dat de combinatie van de kou en de griepepidemie in de laatste week van februari zorgde voor het hoogste aantal sterfgevallen in één week (3887), sinds dat wordt bijgehouden. De griep treft in deze fase veel ouderen, en veel hoogbejaarden krijgen als complicatie bij de griep een longontsteking waardoor ze overlijden.

Veel ouderen hebben afgelopen najaar een griepprik gekregen, maar het vaccin dat werd toegediend beschermt niet tegen een van de twee griepvarianten die dit jaar veel voorkomen.

Medicijnen-SOS

MS-medicijn in Nederland niet meer vergoed, 2000 patiënten perplex (Bron: Trouw)

Het ZiN, de opvolger van het College voor Zorgverzekeraars (CvZ), vindt de werking van het middel niet bewezen en schaft daarom de vergoeding van ruim 3800 euro per jaar af. Patiënten begrijpen er - net als hun behandelaars - niks van. Ook de MS werkgroep van de Nederlandse Vereniging voor Neurologie (NVN) is verbaasd.

Fampyra is geen middel dat MS geneest, maar zorgt ervoor dat bepaalde symptomen minder worden. Het is bedoeld om patiënten beter te laten lopen. Daar heeft het ZiN ook naar gekeken, of de loopfunctie wel voldoende verbeterde. Niet genoeg om vergoeding te rechtvaardigen, oordeelde het zorginstituut op basis van testen. “Maar door alleen naar lopen te kijken, heeft het ZiN een te beperkte kijk op de werking van het middel”, zegt fysiotherapeut Ramon van der Baan van Fysiotherapie Nieuw Lekkerland. “Als je de patiënten ziet en spreekt, zie je dat er meer is dan lopen alleen. Het zit hem in kleinere dingen als algemeen welbevinden, fijne motoriek en minder snel vermoeid zijn. Maar is niet makkelijk meetbaar waardoor bewijs lastig is te leveren.”

Progressieve vorm van MS

Truus Slingerland is een van de cliënten van Van der Baan die het middel Fampyra gebruikt. Zij heeft een progressieve vorm van MS, net als de ongeveer 2000 andere Nederlanders die het middel gebruiken. “Voor deze vorm van MS was er geen enkel medicijn op de markt. Tot 2016, toen kreeg ik te horen dat Fampyra op de markt was gebracht.”

Dat was als proef. Vier jaar daarvoor had het ZiN namelijk ook al een negatief advies afgegeven over Fampyra. De vorige minister van volksgezondheid, Edith Schippers, liet het middel voorwaardelijk toe, tot 1 april dit jaar.

Patiëntenfederaties en MS-verenigingen begrijpen niet dat het ZiN negatief kan oordelen als zoveel patiënten zeggen er aantoonbaar baat bij hebben. Slingerland vertelt dat ze stabieler loopt sinds ze Fampyra gebruikt, en dat ook nog eens langer volhoudt. “Daarnaast kreeg ik mijn energie weer terug, waardoor ik weer meer kon meedoen in de samenleving.” Andere patiënten die deze dagen de publiciteit opzoeken schrijven over dezelfde ervaringen. Zij zijn bang straks niets meer te kunnen en hopen dat minister Bruins het advies niet overneemt.

Andere landen

Fysiotherapeut Van der Baan vindt dat ZiN bij Fampyra een andere manier van testen moet overwegen. Dat stelt ook de MS-werkgroep van neurologenvereniging NVN. Daarnaast wijst de werkgroep erop dat op basis van dezelfde gegevens de European Medicines Agency (EMA) juist een gunstig oordeel had over Fampyra. Het middel wordt dan ook in diverse andere landen wel vergoed, al zijn er ook landen die het medicijn niet vergoeden.

Deliriumtest

UMC Utrecht kan delirium met nieuwe scan direct herkennen (Bron: NOS.nl)

Een delirium - of delier - is een plotseling optredende verwardheid door een lichamelijke oorzaak, zoals een infectie. Een op de acht ziekenhuispatiënten krijgt ermee te maken, vooral ouderen en intensivecare-patiënten. Bij een delirium is de patiënt vaak onrustig en treden er concentratieproblemen op. Ook tobt de zieke met slapeloosheid en frequente hallucinaties. De patiënt ziet dan dingen die er niet zijn, zoals beestjes.

Volgens neuroloog en IC-specialist professor Arjen Slooter wordt een delirium in eerste instantie niet herkend bij zeven van de tien patiënten, omdat de symptomen ook veroorzaakt kunnen worden door klachten als depressie of dementie of door de impact van de ziekenhuisopname.

Een snelle diagnose is belangrijk, want het bespaart de patiënt veel ellende. Niet alleen op de korte termijn om een langer verblijf in het ziekenhuis te voorkomen, maar ook op de langere termijn: een delirium vergroot namelijk de kans om op latere leeftijd dement te worden en zelfs de kans op voortijdig overlijden.

Snel en goedkoper

De Deltascan, zoals het in Utrecht ontwikkelde apparaat heet, maakt duur onderzoek voortaan overbodig. Professor Slooter: "Een delirium is goed te behandelen, maar het tijdig ontdekken was tot nu toe ingewikkeld. Bij een delirium is de hersenactiviteit zo verstoord dat je met een eenvoudige EEG binnen een minuut met zekerheid kan vaststellen of iemand een delirium heeft. Door het eerder te herkennen kunnen we iemand behandelen voor het escaleert".

Het UMC Utrecht hoopt de vinding in de nabije toekomst ook te verkopen aan andere ziekenhuizen.