Arts

App moet drukte bij huisarts voorkomen: ‘We bellen te vaak met kleine kwaaltjes’ (Bron: RTLNieuws)

Minder vaak naar de huisarts

We bellen massaal met kleine kwaaltjes naar de huisarts en dat gebeurt vooral 's nachts en in het weekend. De toch al drukke artsenposten draaien er overuren door, weet voormalig huisartsenpost-directeur Gert-Jo Doornik (56). Zijn oplossing moet het probleem aanpakken.

Zo'n 40 procent van de telefoontjes naar huisartsenposten in het weekend of in de avonduren heeft geen echte urgentie, blijkt uit onderzoek van IQ Healthcare.

Vijf jaar geleden bedacht Doornik daarom de app 'Moet ik naar de dokter?'. De toepassing is inmiddels 280.000 keer gedownload.

Mensen bellen bijvoorbeeld over een wond(je), onuitstaanbare kriebel, een insectenbeet of verdrietige bui. "De problemen kunnen ook de volgende werkdag, of bij de eigen huisarts worden opgelost", vertelt Doornik (foto inzet).

Geruststelling

De helft van de mensen belt voor 'geruststelling', een kwart wil alleen informatie en 40 procent twijfelt of ze naar de huisarts moeten, becijferde IQ Healthcare eerder.

"We krijgen zo ontzettend veel belletjes", zegt Doornik. "En de werkdruk is al hoog genoeg. Het is lastig om goede mensen te vinden in onze sector." Het bracht de directeur vijf jaar geleden op een idee: een digitale huisartsassistent. "Er zijn veel e-healthoplossingen, maar dit was er nog niet."

280.000 downloads

Mensen gebruiken de app om te beoordelen of ze met hun klachten naar de arts moeten. Heb je bijvoorbeeld een zere enkel, dan kun je via plaatjes en een lijst met vragen aangeven waar je precies last van hebt. "Zit de pijn aan de voor- of achterkant en komt het doordat je bent gevallen of door een insectenbeet?"

Gaat het om een insectenbeet en heeft de patiënt geen ernstige allergische reactie dan zal de app je waarschijnlijk vertellen dat je niet naar de dokter hoeft. Er worden dan tips gegeven om de klachten te verzachten, zoals een crème tegen de jeuk. De app krijgt de goedkeuring van Het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG).

Beetje opvoeden

Volledig is de digitale oplossing trouwens niet. "Het stopt bij het advies: kijk het nog even aan of neem contact op met je huisarts", zegt huisarts Rob van Damme uit Deventer. "Ik raad patiënten daarom aan het te gebruiken in combinatie met thuisarts.nl. Daar krijg je nog meer achtergrondinformatie."

Volgens Van Damme helpt de app vooral om mensen een beetje op te voeden: je hoeft niet in het weekend te bellen voor een doosje paracetamol. "Het lijkt onbenullig, maar het gaat af van de tijd die we kunnen besteden aan echte spoedgevallen."

Nieuwe technieken

'Moet ik naar de dokter?' appelleert aan de eigen verantwoordelijkheid. Het moet houvast bieden, maar sommige vragen blijven lastig voor de leek. "In de toekomst zou het daarom mooi zijn als dit gecombineerd kan worden met bijvoorbeeld een chat of videofunctie en persoonlijk contact. Ook opties in andere talen zouden fijn zijn", zegt Van Damme.

Op sommige praktijken wordt al getest met zogenoemde video-consults. Doornik zelf werkt ondertussen met Microsoft Health aan een heuse chatbot die, als aanvulling op de app, kan helpen met het beantwoorden van zorgvragen. "Een robot die online vragen beantwoordt alsof je met een levend persoon chat", zegt hij. Dat moet het aantal gebruikers omhoog brengen en leiden tot een winstgevend businessmodel.

Pokémon Go

De crux voor dat gebruik ligt volgens Van Damme bij de gebruiker, maar zeker ook bij de huisartsen zelf. "Er is veel interesse in nieuwe middelen, maar de praktijk is weerbarstig", zegt hij. De gang naar de huisarts wordt nog niet vaak genoeg digitaal gefaciliteerd. Dat heeft volgens de huisarts ook te maken met de strenge privacyregels in de zorg.

"Het is echter niet de vraag of innovatie er komt, maar wanneer", zegt de arts. "Kijk naar Pokémon Go, ineens gebruikt iedereen augmented reality, zonder dat we het doorhebben. Zo’n techniek kan ook in de zorg een vlucht nemen."

Hoe goed is jouw seksleven

Een burn-out achtervolgt je ook tussen de lakens

Als de batterij helemaal leegloopt, vinden we dan nog wel de energie om te stoeien tussen de lakens? Belgische onderzoekers beginnen een grootschalige enquête naar de invloed van stress op het seksleven.

,,Alleen al de wetenschap dat er iemand op je wacht als je de voordeur opendoet, nog zonder die effectief te zien, geeft al een stressverlagend gevoel", zegt seksuoloog en relatiebemiddelaar Rika Ponnet.

Het aantal burn-outs is snel gestegen. 15 procent van de Nederlandse vrouwen zegt een burn-out te hebben of te hebben gehad. Twee jaar geleden was dit nog 9,4 procent. Het aantal opgebrande of overspannen mannen steeg in diezelfde periode van 6 naar 9 procent. Dat bleek eerder uit het Nationaal Salaris Onderzoek, van universiteit Nyenrode en carrièreplatform Intermediair.

Ook in België hebben steeds meer mensen een burn-out. 28.000 Belgen zitten oververmoeid thuis.
We zien burn-outs te vaak als een werk­ge­re­la­teer­de problematiek, maar we nemen die moedeloosheid wel mee naar huis.

Volgens seksuoloog Bert Van Puyenbroeck (Vrije Universiteit Brussel) heeft stress een grote invloed op de dynamiek van onze relaties en het daarbij horende seksleven. In de klinische praktijk ziet hij ze vaak passeren, de stressverhalen bij koppels waar het misloopt. ,,Burn-outs zijn dan wel een werkgerelateerde problematiek, maar we nemen die moedeloosheid wel mee naar huis. Soms valt het daar dan helemaal stil."

Niet toevallig lijken de cijfers over onze seksuele activiteit terug te lopen. Twee à drie keer per maand bij koppels boven de 25, zo toonde een grootschalig onderzoek van kenniscentrum Rutgers bij 17.000 mensen tussen 18 en 80 jaar oud. Te druk voor seks, luidt het dan.

Libido-killer

,,Maar in het internationale onderzoeksveld gaat het vaak niet verder dan hypotheses en assumpties", zegt Van Puyenbroeck. Samen met professor gezondheidspsychologie Elke Van Hoof (Vrije Universiteit Brussel) start hij daarom een onderzoek dat via een online-enquête de link tussen het triumviraat stress, relaties en seksualiteit bevraagt.

Dat die link er is, lijkt ook voor Rika Ponnet een ,,zeer logisch verhaal". Ze merkt op dat een burn-out dan wel geen volwaardige depressie is, de karakteristieken overlappen wel. ,,En wat je bij depressie ziet, is dat een van de eerste problemen zich manifesteert bij de primaire lustbeleving: eten en slapen, maar ook seksualiteit behoort daartoe."

We weten dat antidepressiva een enorme libidokiller zijn.
Een seksuele lustverstoring die door de veelgebruikte therapie bij burn-outs versterkt wordt: antidepressiva. ,,We weten dat zij een enorme libidokiller zijn", vertelt Van Puyenbroeck. ,,Dan lopen mensen het gevaar om in een vicieuze cirkel terecht te komen."

,,Seks blijft nu eenmaal een goede barometer voor de gezondheid van een relatie", zegt Ponnet. ,,Het kan op zich net een heel goede buffer zijn tegen stress. Voor wie gevaar loopt op een burn-out kan dat helend werken."

Die laatste link is volgens haar wel al sterk aangetoond, ook neurologisch. ,,Contactmomenten, die halen stressniveaus naar beneden." In onze 'versingelde maatschappij' ziet ze de stressproblematiek dan ook veel terugkomen bij wie niemand heeft die op hem/haar zit te wachten. ,,Minstens een even groot probleem."

Meer dan gemiddeld

De VUB-enquête loopt tot 30 april en gaat ook over thema's als hoogsensitiviteit, de seksuele ervaringen van jongvolwassenen en de manier waarop partners ermee omgaan. ,,We gaan echter niet op zoek naar oorzakelijke verbanden, wel naar correlatie", zegt Van Puyenbroeck. Zaken die vaak samengaan dus, en niet dat het ene automatisch tot het andere leidt.

Een belangrijk verschil, want bij dat laatste bestaat het gevaar dat er een probleemgevoel wordt gecreëerd. 'Slechts' twee à drie keer per maand seks, ben ik nu helemaal uitgeblust?' Ponnet maakte eerder al de kanttekening dat de terugloop van onze seksualiteit wellicht ook een kwestie is van eerlijkheid bij bevragingen.

,,Dat streven naar 'meer dan gemiddeld', daar moeten we sowieso van af", zegt Ponnet. ,,Een seksleven gaat nu eenmaal mee op de golven van het leven, denk maar aan wie net kinderen heeft of een rouwproces doormaakt. Het allerbelangrijkste is dat mensen zich goed voelen bij de beleving." Uit het onderzoek van Rutgers bleek trouwens dat die tevredenheid vrij hoog ligt.

Harde conclusies trekken uit zo'n onderzoek is bovendien moeilijk. Vooral wie seks heel belangrijk acht, of wie negatieve ervaringen heeft met stress en seks, voelt zich geroepen. ,,Zeker, maar we proberen daarom de termen zo neutraal mogelijk te houden", zegt Van Puyenbroeck. ,,Iedereen heeft een beeld van wat stress, relaties en seksualiteit betekenen."

De resultaten zijn voor het najaar. ,,En die kunnen vooral helpen om de wisselwerking bespreekbaar te maken", ziet ook Ponnet. ,,Een burn-out gaat veel verder dan een slechte baas op het werk."

Hoe mooi is de medische wetenschap

Kinderen ontvangen nieuw oor gekweekt uit eigen cellen

Microtie, ook wel klein oor genoemd, is een aangeboren aandoening, waarbij kinderen een oor hebben dat niet volledig is ontwikkeld. In zeldzame gevallen zijn zelfs beide oren niet volgroeid. Huidige behandelingen omvatten het plaatsen van een kunstmatig oorframe of het creëren van een nieuw oor uit ribkraakbeen.

Maar een team van weefselingenieurs en plastische chirurgen komt met een andere techniek, waarbij een volgroeid oor is ontwikkeld uit kraakbeencellen afkomstig van het gezonde oor. Hiermee hebben de onderzoekers vijf Chinese kinderen met microtie nieuwe oren gegeven.

Nieuw oor

Bij alle vijf de kinderen was de aandoening unilateraal, wat betekent dat maar één oor was aangedaan. Hierdoor konden de wetenschappers het gezonde oor in hoge resolutie scannen om er een 3D-geprinte mal van te maken. Vervolgens werden kraakbeencellen gehaald uit het ontwikkelde oor en die kweekten de wetenschappers op om een cellijn te verkrijgen.

De kraakbeencellen werden in de mal geplaatst en groeiden na ongeveer drie maanden uit tot een volledig oor, waarbij de mal zichzelf begon af te breken. Dit nieuwe oor werd bevestigd bij elk van de vijf kinderen en de reconstructie was voltooid. Wel moesten er achteraf nog een paar kleine cosmetische ingrepen worden verricht.

Oorreconstructie

Langetermijneffecten

De techniek zelf is niet nieuw, maar dit is de eerste keer dat hij zo effectief is gebruikt in de mens. Bovendien zijn de eerste van deze implantaten 30 maanden geleden aangebracht, en tot nu toe zijn de langetermijneffecten goed.

Toch vindt hoogleraar plastische chirurgie Irene Mathijssen (Erasmus Medisch Centrum) dat de onderzoekers nog langer moeten wachten om iets te kunnen zeggen over de langetermijneffecten. “Bij deze patiënten is het nog maar de vraag hoe het kraakbeen zich over de jaren gaat gedragen qua groei. En wat hou je over als het construct, waarop de kraakbeencellen nu zijn gezet, helemaal is opgelost?”

“Het is niet verwonderlijk dat dit soort nieuwe toepassingen uit China komt, want daar is veel minder strenge regelgeving over het gebruiken van nieuwe methoden in patiënten; dit zou niet zomaar in Nederland kunnen worden uitgevoerd.”

Alternatieven

Zoals gezegd, bestaan er al andere methodes om patiënten met microtie alsnog van twee ontwikkelde oren te voorzien. “Oorreconstructies kunnen met kunstmateriaal worden uitgevoerd en geven dan een vergelijkbaar beeld”, zegt Mathijssen. “Alleen blijft dat materiaal zijn vorm behouden en wordt niet vervangen door eigen kraakbeenweefsel. Nadeel van het kunstmateriaal is dat het kan infecteren en als dat gebeurt, moet je het volledig verwijderen. Als de methode van China werkt en het uiteindelijk een oor is van eigen weefsel is dat risico veel lager.”

Een andere methode die veel wordt gebruikt in Europa is het maken van een oorschelp met eigen kraakbeenweefsel, waarvoor een stuk rib van de patiënt wordt gebruikt. “Dat heeft acceptabele resultaten maar geeft een litteken bij de ribbenkast, een contourafwijking ter plekke en kan blijvende pijnklachten ter plekke veroorzaken. Bovendien wordt het gemaakte oor nooit zo mooi als met een kunstmatig of geprint oor.”

De onderzoekers gaan nu de kinderen nog vijf jaar monitoren om te controleren of de oren intact blijven, nadat de mal volledig is afgebroken. Daarnaast werken ze verder aan het verfijnen van de procedure om uiteindelijk steeds natuurlijker ogende oren te kunnen ontwikkelen.

Bronnen: EBioMedicineScienceAlertIndependent

Beelden: EBioMedicine

Wachten tot de placenta vanzelf loslaat: Wendy koos voor lotusbevalling (Bron: RTLNieuws)

Er zijn meerdere redenen waarom vrouwen kiezen voor een lotusgeboorte. Zo zou het direct afknippen van de navelstreng na een bevalling traumatisch voor de baby kunnen zijn. Ook zou het kind op deze manier langer kunnen profiteren van de belangrijke voedingsstoffen uit de placenta.

Belangrijk voor hechtingsproces

In onder andere Amerika en Australië is de lotusgeboorte al een aantal jaar populair. Uit een rondgang langs verloskundigen in Nederland blijkt dat ouders hier óók steeds vaker voor kiezen. Zoals Wendy van der Zijden. Een paar maanden geleden had zij haar eerste lotusbevalling.

"Ik vind dat in de meeste gevallen de navelstreng veel te snel wordt doorgeknipt. Meestal al binnen een minuut of twee", vertelt ze aan Editie NL. "Ik geloof dat het heel belangrijk is voor het hechtingsproces om nog wat langer met de navelstreng aan de placenta vast te zitten."

Niet direct afnavelen

Bij het LUMC zien ze niet direct medische voordelen van een lotusgeboorte. "Maar uit onderzoek is wel gebleken dat het heel belangrijk is om de navelstreng wat langer te laten zitten dan wat nu vaak gebeurt", vertelt Jan van Lith, onderzoeker aan het LUMC. "Het is beter om niet direct af te navelen, zodat de baby al het bloed uit de navelstreng binnenkrijgt."

De navelstreng met placenta valt er meestal na drie tot vijf dagen af. Omdat de moederkoek in die tussentijd kan gaan stinken, wordt de placenta meestal op een bepaalde manier behandeld. Bij Wendy werd het ingewreven met kruiden, zeezout en rozenblaadjes.

Bijzondere ervaring

"Ik ben heel blij dat ik het heb gedaan, het was een hele bijzondere ervaring", vertelt Wendy. Haar placenta is inmiddels los van haar dochter. Ze bewaart de moederkoek nu in de vriezer tot ze een huis met een tuin heeft, om het daarin te begraven.

Wendy zou de alternatieve bevalling iedereen aanraden. "Toen de navelstreng losliet, was het of mijn dochtertje toen pas echt wakker werd."

 

 

Belgische prof ontdekt ‘vrouwenviagra’ (Bron: Nieuwsblad.be)

Onderzoekster krijgt groen licht voor medicijntest bij mensen met laag libido.

Er is mogelijk een doorbraak in het onderzoek naar een lustmedicijn voor vrouwen, zeg maar vrouwenviagra. De Belgische onderzoekster Julie Bakker denkt de sleutel gevonden te hebben in het hormoon kisspeptine. Tests bij muizen waren veelbelovend; voor de volgende stap is ze op zoek naar vrouwen met een laag libido.

Verlaagd libido bij vrouwen is geen uitzondering. Onderzoek in de VS en Groot-Brittannië heeft uitgewezen dat 40 procent van de vrouwen er ooit last van heeft. Vijf tot vijftien procent kampt er zelfs constant mee. “Vrouwen met een laag libido krijgen vandaag testosteron toegediend. Dat leidt vaak tot “virilisatie”: baardgroei en een verlaagde stem”, zegt professor Julie Bakker, ­neuro-onderzoekster aan de universiteit van Luik. “Ik wil een nieuwe therapie, zonder die bijwerkingen. Maar eerst diende ik de oorzaak van het verlaagde libido vinden.”

Bakker vermoedde dat het hormoon kisspeptine wel eens de sleutel kon zijn. Kiss­peptine is een molecule in de hypothalamus van ons brein. Mannen hebben het in kleine dosis, vrouwen in veel grotere, want bij hen brengt kiss­peptine ook de eisprong op gang.

Libido

De onderzoekster wou testen of de hoeveelheid kiss­peptine bepaalt hoe groot het libido van vrouwen is. Muizen bleken de ideale test­dieren te zijn, omdat ook hun brein kisspeptine aanmaakt. De proeven wezen uit dat het hormoon zelfs een dubbele invloed heeft op het seksleven. Kisspeptine zorgt er niet enkel voor dat het vrouwtje wordt aangetrokken door de feromonen, de chemische geur die mannetjes afscheiden. Het zet ook heel het seksuele spel in gang; zorgt ervoor dat het vrouwtje de juiste houding aanneemt om het mannetje te ontvangen. Bij muizen met een laag kisspeptine-niveau was dat dus niet het geval. “We hadden eindelijk een basis voor de ontwikkeling van een nieuwe sekstherapie.”

De medische wereld gelooft in Bakkers vinding: ze kreeg meteen de goedkeuring voor de volgende stap: testen op mensen. Daarom is Julie Bakker nu op zoek naar vrouwen met een laag libido. “Niet alleen vrouwen in de menopauze, maar ook graag twintigers en dertigers met een lage seksdrive.” Die vrouwen krijgen een injectie met kisspeptine in de arm. Waarop ze naar romantische plaatjes mogen kijken, met onder andere aantrekkelijke mannen. Ondertussen zal professor Bakker met een MRI-scan het effect van de injectie in de hersenen nagaan.

Tijdelijke werking

Seksuologe Rika Ponnet is er niet van overtuigd dat ­kiss­peptine de basis zal zijn van een degelijk lustmedicijn voor vrouwen. “Een aantal jaar geleden was er veel te doen rond een lustpil voor vrouwen, maar dat is helemaal weggedeemsterd. Vrouwen zijn ook geen muizen, hé. Soms zijn er fysieke redenen aan te duiden voor een verlaagd libido, maar bijna altijd spelen er ook psychologische en relationele factoren.” En dat samenspel van factoren is volgens haar niet eenvoudigweg met een hormooninspuiting te verhelpen.

Bakker heeft er alle vertrouwen in dat haar kisspeptine-injecties zullen aanslaan. “Maar de vrouwen moeten wel weten dat die injecties slechts tijdelijk werken. Daarna moeten opnieuw hormonen worden toegediend om het libido te doen stijgen.”