Oog-pupil

Oogziekenhuis Rotterdam launching customer Preceyes, eerste operatierobot in gebruik genomen (Bron: Link Magazine)

Op dit moment worden alle netvliesoperaties nog enkel handmatig door een kleine groep hoog gespecialiseerde artsen uitgevoerd. Preceyes ontwikkelt in samenwerking met artsen, waaronder senior netvlieschirurg Koorosh Faridpooya van Het Oogziekenhuis Rotterdam, een robot die de arts zal gaan ondersteunen bij het uitvoeren van deze operaties. Het eerste systeem is in 2016 in gebruik genomen in Oxford. Het systeem in het Rotterdamse oogziekenhuis is het tweede PRECEYES Surgical System dat wereldwijd in gebruik is genomen.

De artsen zijn erg blij met de komst van de robot: “Het oog is een klein en complex orgaan. Oogoperaties zijn daarom erg lastig. De operatierobot maakt het in de toekomst mogelijk om behandelingen preciezer uit te voeren, waardoor we complicaties kunnen verminderen en de uitkomst van de operatie kunnen verbeteren. Ook kunnen we op termijn zelfs nieuwe behandelingen uitvoeren die op dit moment nog zeer moeilijk of zelfs niet mogelijk zijn. Denk bijvoorbeeld aan het toedienen van medicijnen in zeer kleine bloedvaten achterin het oog en andere behandelingen die er in de toekomst voor kunnen zorgen dat mensen minder snel of niet het zicht verliezen.”, aldus Koorosh Faridpooya.

Ook Nico Klay, bestuursvoorzitter van het Rotterdamse ziekenhuis, is trots op de komst van de robot: “Als oogheelkundig topinstituut vinden wij het van groot belang om te werken aan baanbrekende innovaties zoals deze. Met de ontwikkeling van deze robot zullen we patiënten in de toekomst nog beter kunnen helpen met oogproblemen die we op dit moment nog niet allemaal kunnen behandelen.”

Afstandsensor
Aan de robot is een ‘parkeersensor’ gekoppeld die met geluidssignalen aangeeft hoe ver de oogarts met zijn instrumenten verwijderd is van het netvlies, Bovendien kan deze afstand door de robot gebruikt worden om snel en nauwkeurig te reageren, bijvoorbeeld door ervoor te zorgen dat het instrument dat aan de robot is gekoppeld niet  het netvlies kan raken. Voor veel netvliesoperaties kan dit grote voordelen in veiligheid en efficiëntie opleveren.

De sensor is door Preceyes ontwikkeld en geïntegreerd met de robot in samenwerking met de Technische Universiteit Eindhoven, Medizinisches Laserzentrum Lübeck (Duitsland) en Austrian Center for Medical Innovation (Oostenrijk) als onderdeel van het Europese Horizon 2020 project EurEyeCase. Aan de Technische Universiteit Eindhoven werkt Yanick Douven in zijn promotieonderzoek aan de analyse van de sensordata.

Preceyes is blij met de introductie in het Rotterdamse ziekenhuis. “De validatie van deze sensor is een belangrijke mijlpaal. Met de ondersteuning die deze sensor kan bieden, komen netvliesoperaties binnen het bereik van chirurgen met alle niveaus van ervaring. De robotsensorcombinatie belooft de veiligheid en de uitkomsten van dagelijkse chirurgische procedures te verbeteren “, aldus prof. dr. Marc de Smet, hoofd medische zaken (CMO) bij Preceyes. “Tijdens het gebruik van de robot worden daarnaast veel data verzameld. Deze data helpen ons om de procedures telkens weer te kunnen verbeteren en chirurgen te trainen.”

Inenten ja of nee?!

Tientallen baby’s krijgen onnodig kinkhoest, gebrek aan voorlichting zwangere vrouwen (Bron: RTL Nieuws)

Ieder jaar worden meer dan 100 baby's in het ziekenhuis opgenomen met kinkhoest, terwijl dat niet hoeft. De Gezondheidsraad adviseerde ruim twee jaar geleden al om zwangere vrouwen in te enten. Het ministerie van Volksgezondheid heeft hier nog altijd geen besluit over genomen. In de tussentijd worden vrouwen niet geïnformeerd over de mogelijkheid om zich op eigen kosten te laten inenten, blijkt uit een rondgang van RTL Nieuws.

RTL Nieuws sprak tientallen vrouwen die zwanger zijn, of dat recent waren, maar vrijwel geen van hen heeft van haar verloskundige, gynaecoloog of huisarts informatie gekregen over de mogelijkheid om zich te laten vaccineren.

Al in 2015 adviseerde de Gezondheidsraad aan het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport om zwangere vrouwen via het Rijksvaccinatieprogramma te laten inenten tegen kinkhoest. Maar het Ministerie van VWS heeft nog steeds niet besloten of dat ook gaat gebeuren. Vrouwen kunnen zich nu wel op eigen kosten laten inenten, maar dat blijkt dus bijna niemand te weten.

Antistoffen via navelstreng

In de eerste maanden na de geboorte zijn baby’s nog niet beschermd. Kinkhoest treedt daardoor vooral op bij baby’s die drie maanden of jonger zijn. Door zwangere vrouwen te vaccineren is de baby ook beschermd in die eerste maanden, voordat het kind zelf ingeënt kan worden.

De Gezondheidsraad adviseert om vrouwen in het derde trimester van de zwangerschap te vaccineren, bij voorkeur tussen de 28 en 32 weken. Het kan tot 38 weken. Zo bouwen zwangere vrouwen antistoffen op die via de navelstreng ook naar de ongeboren baby gaan.

Wat is kinkhoest?

Kinkhoest is een infectie van de luchtwegen die veroorzaakt wordt door de bacterie Bordetella pertussis en soms door Bordetella parapertussis. De bacterie maakt een gifstof aan, hierdoor ontstaan hoestbuien die wel tot drie tot vier maanden kunnen aanhouden. De tijd tussen besmetting en de eerste verschijnselen is meestal zeven tot tien dagen en nooit langer dan 21 dagen.

In Nederland worden per jaar 170 gevallen van kinkhoest gemeld onder baby's en zijn gemiddeld 120 ziekenhuisopnamen. Dit gaat grotendeels om baby's jonger dan drie maanden die nog te jong zijn voor volledige vaccinatie. Er gaan niet veel mensen dood aan kinkhoest, ongeveer één à twee gevallen per jaar. Als zwangere vrouwen gevaccineerd worden zal het aantal opnames van jonge baby's naar schatting dalen naar zo'n 25 per jaar.

Bron: RIVM

'Sommige kinderen houden er schade aan over'

Carsten Lincke is kinderarts in het Erasmus MC Sophia Kinderziekenhuis in Rotterdam. Onlangs overleed een baby aan kinkhoest. Lincke: "Gelukkig gebeurt dat niet heel vaak, maar ieder jaar belanden er zo'n 120 kinderen in het ziekenhuis, een deel van hen op de intensive care. Sommige kinderen houden er restschade aan over, bijvoorbeeld door zuurstoftekort."

"Dat rapport van de Gezondheidsraad ligt er al vanaf 2015. Hierin staat dat het vaccin veilig is en effectief. Dit vaccin wordt al jaren in het buitenland gegeven en hieruit blijkt dat er geen bijwerkingen zijn." Lincke is voorzitter van de vaccincommissie van het Lareb, dus weet waar hij over praat. "Zwangere vrouwen weten gewoon niet dat het vaccin er is en krijgen er bijna geen voorlichting over van hun verloskundige of gynaecoloog. Zelfs huisartsen weten er weinig van."

Geen risico en bijwerkingen

In landen als het Verenigd Koninkrijk, België, de Verenigde Staten, Argentinië en Nieuw-Zeeland worden zwangere vrouwen wel al gevaccineerd tegen de ziekte. Uit onderzoek in het Verenigd Koninkrijk onder 20.000 zwangere tegen het combinatievaccin waar kinkhoest inzit, blijkt dat gevaccineerde zwangere vrouwen geen verhoogd risico hebben op bijwerkingen van de vaccinatie of complicaties in de zwangerschap.

Buitenlandse onderzoeken tonen al aan dat veel kinkhoest bij baby's kan worden voorkomen. Toch heeft het Ministerie van VWS nog steeds geen besluit genomen over opname van het vaccin in het Rijksvaccinatieprogramma. Veel verloskundigen, gynaecologen en huisartsen wachten op dat besluit, voordat ze vrouwen actief willen informeren.

Ook het RIVM heeft nog geen materiaal voor het voorlichten van alle zwangere vrouwen ontwikkeld. Wel staat er informatie op de website. Tot er een beslissing is gemaakt kunnen zwangere vrouwen zich op eigen verzoek en op eigen kosten laten inenten bij de huisarts of bij de GGD.

Reactie ministerie

Het ministerie laat weten dat er binnenkort een besluit wordt genomen over het opnemen van de kinkhoestprik in het vaccinatieprogramma. De Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (NVOG) zegt dat er nog weinig kennis is bij gynaecologen. "Wij wachten op informatie voor hulpverleners vanuit het Ministerie van VWS en RIVM."

De Koninklijke Nederlandse Organisatie van Verloskundigen (KNOV) laat weten dat verloskundigen informatie over het kinkhoestvaccin kunnen meenemen in de voorlichting aan zwangeren. "In afwachting van het besluit van ministerie VWS is er vanuit de KNOV nog geen landelijke richtlijn of advies voor verloskundigen over het informeren van zwangeren hierover."

‘Kinderen op spoedeisende hulp in hun blootje screenen om mishandeling op te sporen’ (Bron: AD)

Om kindermishandeling op te sporen moet er volgens kinderarts Rian Teeuw veel meer gedaan worden dan nu. In haar proefschrift pleit zij ervoor voortaan álle Nederlandse kinderen van 0 tot 18 jaar op de spoedeisende hulp ook bloot te onderzoeken.

Bij zo’n ‘top-teen-inspectie’ komen meer gevallen van mishandeling aan het licht dan zonder zo'n screening, blijkt uit haar onderzoek. Gebruiken artsen en verpleegkundigen alleen de huidige verplichte vragenlijst tegen kindermishandeling dan missen ze volgens Teeuw zelfs één op de 17 gevallen. ,,En dat zijn veel gemiste kansen als je beseft hoe ontzettend ingrijpend mishandeling en verwaarlozing kan zijn.''

Zes vragen aan de kinderarts van het AMC/voorzitter van 'TASK-Amsterdam' (Transmuraal Academisch Samenwerkingsverband Kindermishandeling).

Een kind onder de blauwe plekken: oké. Maar bij de spoedeisende hulp komen ook kinderen met griepverschijnselen binnen. Waarom moeten die zo'n 'bodycheck'?

,,Ik snap dat mensen eerder een link leggen tussen blauwe plekken en kindermishandeling dan tussen koorts en kindermishandeling. Maar kindermishandeling uit zich op veel verschillende manieren. Bij kinderen die veel ziek zijn, bij kinderen die niet fris ruiken, of kinderen die veel gaten in hun gebit hebben. Dat kunnen allemaal signalen zijn dat er iets mis is in een gezin. Ik heb in mijn onderzoek geconstateerd dat er vaker kindermishandeling voorkwam onder kinderen zónder zichtbaar letsel dan met zichtbaar letsel. Dat is ook een van de redenen dat je kinderen echt grondig lichamelijk moet onderzoeken. Alleen dán kom je erachter of een kind echt niks mankeert.''

Helemaal bloot gaat best ver. Ouders en tieners hebben daar misschien helemaal geen zin in.

,,Dat was vóór mijn onderzoek ook wel de gedachte: dat ouders en kinderen het niet zouden willen. Dat bleek niet het geval. Sterker: het overgrote deel had er juist helemaal geen bezwaren tegen. En de paar ouders die dat wel hadden,  hadden vooral geen zin in ‘meer gedoe’. Ze hadden lang zitten wachten, wilden graag naar huis. Dus, nee, een taboe is het niet. Het waren eerder de artsen en verpleegkundigen die moeite met zo’n ‘top-teen-inspectie’ hadden. Om verschillende redenen: ze hadden het op zo’n afdeling al heel druk, ze zagen er tegenop om het gesprek aan te gaan als er iets opvallends geconstateerd werd, en zij vroegen zich af of patiënten het wel wilden.’’