Angst en stress

Angst, depressie en zelfmoordgedachten: studenten gaan aan de prestatiedruk onderdoor (Bron: Trouw.nl)

De druk om te presteren is veel studenten te hoog. Bijna twintig procent van de studenten denkt weleens serieus na over suïcide, zo blijkt uit een nieuw onderzoek naar studieklimaat en psychische gezondheid dat vandaag verschijnt. “Deze risicogroep denkt actief na over het uitvoeren van suïcide, wat illustreert hoe serieus hun klachten zijn”, zegt Jolien Dopmeijer die het onderzoek leidt. “Ze zijn echt al een stap verder dan enkel denken aan suïcide, iets dat bij somberheid en depressie kan horen”.

Dopmeijer ondervroeg ruim drieduizend studenten van Hogeschool Windesheim in Zwolle, waar ze al sinds 2012 studenten volgt. Het onderzoek maakt deel uit van het eerste grootschalige onderzoek naar de psychische gezondheid van Nederlandse studenten, waarin ook studenten aan de universiteit en hogeschool van Amsterdam worden onderzocht. Niet eerder werd gekeken naar het risico onder studenten op zelfmoord.

Het aantal zelfdodingen onder studenten is niet specifiek in kaart gebracht, maar nog niet zo lang geleden constateerde het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) wel een toename onder twintigers, van 148 gevallen in 2010 naar 175 in 2016.

Iets meer dan de helft van de studenten in Zwolle heeft in lichte mate (39 procent) tot ernstige mate (14 procent) last van angst en depressie. “Daarmee zijn angst en depressie de belangrijkste klacht van studenten”, zegt Dopmeijer. “Denk daarbij aan algemene angstklachten als somberheid, verandering in energieniveau, eet- en slaappatroon. Dat is echt zorgelijk.” De bevindingen van Dopmeijer sluiten aan bij eerder onderzoek, waaruit bleek dat de studerenden meer gezondheidsklachten hebben dan niet-studerenden.

Ook drinken studenten onverantwoord veel. Meer dan 85 procent van de studenten drinkt per week meer dan vijftien glazen alcohol. “Veel studenten doen aan binge drinken: vijf, zes glazen per gelegenheid. Je hoort weleens: ‘Ach, het zijn studenten, dat hoort erbij.’ Volgens de normen van de Wereldgezondheidsorganisatie zijn deze hoeveelheden risicovol, zeker als je bedenkt dat hersenen van jongeren nog tot hun 23ste volop in ontwikkeling zijn.”

Prestatiedruk

De toegenomen studiedruk, de angst om hoge studieschulden te maken en het gevoel de boot te missen omdat het aanbod aan studies en de mogelijkheden aan vakken tijdens de studie overweldigend is, maakt dat veel studenten het geestelijk niet redden, stelt Dopmeijer. “Persoonlijke omstandigheden zijn de hoofdreden van studenten om te stoppen, daarna komen pas zaken als motivatie of een verkeerd gekozen studie.”

“Deze cijfers zijn echt schokkend”, zegt Rhea van der Dong van het Interstedelijk Studenten Overleg (ISO). “Er moet iets veranderen. Politici en bestuurders van hogescholen en universiteiten moeten ervan doordrongen raken dat het niet een kleine groep is die zich wat op de hals haalt”.

Actieplan

Met een actieplan, dat eveneens vandaag verschijnt, vragen onder meer de Hogeschool Windesheim, het ISO, Inholland, studentenartsen van de Hogeschool en Universiteit van Amsterdam aan overheid en onderwijsinstellingen om stappen te zetten voor het welzijn van studenten, onder meer door betere studiebegeleiding, studiecoaching en betere bereikbaarheid van studentenpsychologen.

De Vereniging Hogescholen en universiteitskoepel VSNU herkennen het beeld dat druk op studenten toeneemt. “Je ziet dat er steeds meer aandacht voor komt. Het is belangrijk om erover te praten, psychische problemen worden versterkt door te zwijgen”, aldus een VSNU-woordvoerder.

Geef ze rust

Positieve effecten ADHD-medicijnen op schoolprestaties overschat (Bron: MedicalFacts)

Positieve effecten ADHD-medicijnen op schoolprestaties overschat

Dat blijkt uit een nieuwe studie van klinisch neuropsychologen van de Vrije Universiteit Amsterdam waarin zij 37 jaar onderzoek analyseerden. Zij adviseren daarom behandelaren om medicatie niet voor te schrijven met als doel schoolprestaties te verbeteren. De resultaten zijn gepubliceerd in het tijdschrift European Child & Adolescent Psychiatry.

Zeventig procent van de kinderen met ADHD heeft baat bij medicatie als het gaat om het verminderen van bekende klachten als aandachtsproblemen, hyperactiviteit en impulsiviteit. Methylfenidaat – de werkzame stof in medicijnen zoals zoals Ritalin of Concerta – zorgt ervoor dat de productiviteit van rekenen met 8% toeneemt en de nauwkeurigheid van het rekenen met 3%. Het leidt niet tot verbeteringen in de nauwkeurigheid van het lezen. De verbeteringen in schoolprestaties zijn klein vergeleken met verbeteringen in het gedrag.

Achterstand

Klinisch neuropsycholoog Anne Fleur Kortekaas-Rijlaarsdam: “Kinderen met ADHD hebben vaak een achterstand in lezen en rekenen. De effecten van medicatie zijn te klein om er voor te zorgen dat kinderen met ADHD op het niveau van hun leeftijdsgenoten gaan presteren. Voor behandelaren is het daarom bij het voorschrijven van medicijnen voor ADHD belangrijk om te weten dat de effecten op schoolprestaties klein zijn. Een oudertraining en/of een combinatie van ouder- en leerkrachttraining heeft een positiever effect op schoolprestaties, maar meer onderzoek is nodig om dit te bevestigen. Het is belangrijk dat behandelaren, zoals huisartsen, de vaak hoge verwachtingen van ouders en leerkrachten over de effecten van medicatie op schoolprestaties bijstellen.”

Eerder medicijnen voor ADHD dan therapie

Kortekaas-Rijlaarsdam: “Uit het rapport van de Gezondheidsraad van 2014 komt naar voren dat het aantal kinderen tussen de 4-18 jaar dat methylfenidaat kreeg voorgeschreven sinds 2003 is toegenomen van 1% naar ruim 4%. Bij de behandeling van milde tot matig ernstige ADHD moeten de behandelaren eerst kijken naar een psychosociale aanpak van problemen, voordat zij op medicatie overgaan. Uit onze resultaten blijkt dat de behandelaars terughoudend moeten zijn met het voorschrijven van medicatie wanneer ze zien dat de nadruk ligt op de aanpak van teruglopende schoolprestaties.”

ADHD

De ontwikkelingsstoornis Attention-Deficit Hyperactivity Disorder (ADHD) wordt gekenmerkt door onoplettendheid, hyperactiviteit en impulsiviteit. Deze symptomen zijn vooral zichtbaar bij problemen in schoolprestaties zoals lagere cijfers, doublures en verhoogde schooluitval. Storend gedrag in de klas in combinatie met teruglopende schoolprestaties is een belangrijke reden voor ouders en leerkrachten om de diagnose ADHD te laten stellen en voor behandeling bij een zorginstelling in aanmerking te komen. Methylfenidaat wordt het meest voorgeschreven bij ADHD in Nederland.

Is neusspray verslavend?

Is neusspray echt zo verslavend? (Bron: De Volkskrant)

De risico's van overmatig neusdruppelgebruik (ook wel: otrivinisme) zijn niet te onderschatten. Dat weet Judith Schmidt, KNO-arts in Ziekenhuis Amstelland in Amstelveen, als geen ander. 'Ik heb patiënten gezien bij wie er wel twee flesjes neusspray per dag doorheen gaan', aldus Schmidt. 'Die mensen hebben vrijwel altijd een verstopte neus. Normaal zorgt neusspray twaalf uur lang voor verlichting. Maar echte verslaafden moeten blijven spuiten.'

Verslaving treedt op bij langdurig gebruik van xylometazoline, de werkzame stof in onder andere Otrivin. Xylometazoline zorgt ervoor dat bloedvaten in het slijmvlies van je neus samentrekken. Het slijmvlies dat door verkoudheid is opgezwollen neemt zo in volume af, waardoor ademen door de neus makkelijker gaat.

Zwelling

'Maar om een reden die we niet exact weten, komt de zwelling van het slijmvlies nadat de Otrivin uitwerkt heftiger terug dan eerst', zegt Wytske Fokkens, KNO-arts bij het Amsterdam Medisch Centrum. 'Dat beetje extra zwelling is normaal gesproken niet erg, omdat de verkoudheid weer verdwijnt. Maar als je langer dan een week blijft sprayen wordt de xylometazoline zélf de oorzaak van de verstopte neus.' Gevolg: je blijft spuiten tot je een ons weegt.

Hoeveel mensen in Nederland kampen met otrivinisme is niet bekend - lang niet iedere patiënt gaat ervoor naar de huisarts. Wel zien zowel Schmidt als Fokkens met regelmaat verslaafden langskomen in hun praktijk - 'Soms wel bijna wekelijks', aldus Fokkens.

Op termijn is otrivinisme schadelijk. Fokkens: 'Als je maanden achter elkaar blijft spuiten, kan dit leiden tot grote schaafwonden in het neusslijmvlies. Dat hoeft niet pijnlijk te zijn, maar veroorzaakt wel een chronische ontstekingsreactie - die vervolgens weer tot extra gezwollen slijmvlies leidt.'

Maanden

Dat laatste is een van de redenen waarom afkicken van een neusspray verslaving maanden kan duren. Schmidt helpt haar patiënten stapje voor stapje van een verslaving af. 'Eerst een prednisonkuur, en daarna overstappen op corticosteroïde neussprays, die niet verslavend zijn en de ontsteking tegengaan', doceert Schmidt. 'Na drie maanden zonder Otrivin is de verslaving meestal volledig weg.'

Fokkens pakt het iets anders aan. 'Wij laten patiënten meestal per neusgat afkicken. Dus bij één neusgat stoppen met spuiten zodat het kan herstellen, en bij het andere doorspuiten zodat je nog wel lucht krijgt.'

Opvallend is dat Otrivin bij drogisterijen gewoon in de schappen ligt, terwijl bijvoorbeeld corticosteroïde neussprays alleen op recept verkrijgbaar zijn. Fokkens pleitte er al meerdere malen voor om Otrivin uit de drogisterijschappen te halen. 'In sommige landen zijn corticosteroïde neussprays vrij verkrijgbaar en sprays met xylometazoline alleen op recept. Hier is het precies andersom. Ik zou niet weten waarom.'

Bijsluiter

Het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG) laat in een reactie weten dat je wellicht het gevoel kunt krijgen afhankelijk te zijn van Otrivin, maar dat de verslaving in geen enkel opzicht te vergelijken is met een verslaving zoals aan alcohol of sigaretten. Otrivin is zonder tussenkomst van een arts bij de drogist verkrijgbaar. Mits de bijsluiter strikt wordt gevolgd zijn dit soort zelfzorgmiddelen prettig voor mensen die in het weekend verkouden worden en niet tot maandag hoeven te wachten op hun spray, aldus het CBG.

Wat nu als je na een week sprayen nog steeds verkouden bent? Schmidt: 'Gebruik een neusdouche, met een zoutoplossing van negen gram zout per liter. Dat werkt prima voor het reinigen van de neus.' Vervolgens kun je met corticosteroïde neussprays de zwelling te lijf gaan.

Minder zelfmoord in gemeente met veel groen (Bron: Gemeente.nu)

De onderzoekers hielden rekening met kenmerken die mogelijk de kans op suïcide verhogen, zoals werkloosheid, sociaaleconomische status en afstand tot gezondheidszorg. Toch is er dan nog steeds een ‘significante relatie’ tussen de twee. ‘De leefomgeving speelt mogelijk dus een rol in de aanleiding tot zelfdoding,’ aldus het Nivel.

Het Nivel en de Utrechtse universiteit onderzochten ongeveer driehonderd gemeenten in Nederland. De uitkomsten van het onderzoek zijn gepubliceerd in het vaktijdschrift The Lancet Planetary Health. Het aantal zelfmoorden in ons land stijgt al jaren gestaag. Vorig jaar maakten bijna 1840 mensen een einde aan hun leven.

Thuis sterven: meer informatie en begeleiding nodig (Bron: NOS.nl)

"Ik miste de informatie om enigszins grip te krijgen op het leven. Wat komt er allemaal kijken bij een sterfproces? Het is allemaal zo eng en nieuw." Ze vindt het verbazingwekkend dat ze niet beter werd geïnformeerd. "Als je thuis gaat bevallen, krijg je heel veel informatie. Maar als je thuis sterft, krijg je niets." Ook online kon ze niet veel informatie vinden.

Gereedschapskist

Weeda besloot daarom twee jaar na de dood van haar man een boek te schrijven. Bedoeld voor naasten van mensen die thuis sterven. Met de titel 'Draai niet om de dood heen'. Want dat is het gevoel dat Weeda eraan heeft overgehouden: de artsen, verpleging en thuiszorg draaien om de dood heen.

"Ze benoemden de dood niet. Ook niet in de periode dat we nog bezig waren met behandelen. Er was altijd hoop, een gereedschapskist met chemo's en bestralingen. Die heeft hij ook allemaal gehad. Totdat die kist leeg was. Dan is het over en word je ontslagen uit het ziekenhuis."

In tegenstelling tot Frederiek was haar man Menno absoluut niet bezig met de dood. "Hij was vijftig, en onze kinderen waren zeven en tien jaar oud. Het was niet te verteren. Hij wilde geen patiënt zijn en niet afhankelijk zijn van anderen. Hij was bioloog en wist wat er ging gebeuren, maar ontkende dat het tot de dood zou leiden."

Je hoeft echt niet naar het ziekenhuis voor alles, je kunt veel verlichten.

Frederiek Weeda

Uiteindelijk heeft Menno nog acht maanden geleefd, nadat hij te horen had gekregen dat hij was uitbehandeld. Ze was verbaasd over wat er allemaal bij een sterfbed komt kijken. "De patiënt kan van alles krijgen. Als je uitzaaiingen hebt in je lever krijg je geelzucht en daardoor heel veel jeuk. Als je uitzaaiingen hebt in je hersenen, kan je een delier krijgen. Dat kan ook van de morfine. Of je kunt ineens de juiste woorden niet meer vinden."

Voor haar boek heeft Weeda ook met artsen gesproken over het stervensproces, en wat je kunt doen als naaste thuis. "Je hoeft echt niet naar het ziekenhuis voor alles, je kunt veel verlichten."

Verder geeft Weeda allerlei praktische tips. Stel bijvoorbeeld een woordvoerder aan, zodat je zelf niet iedereen te woord hoeft te staan, en accepteer alleen praktische hulp. Bespreek ook tijdig met de patiënt hoe hij zou willen sterven en wat hij nog zou willen doen.

Rust

Menno had een euthanasie-verklaring maar die bleef uiteindelijk in de la. "Het idee dat je verplicht afscheid neemt op dat moment, dat konden we niet, dus daar hebben we vanaf gezien. Die beslissing gaf heel veel rust, voor ons allebei."

Ze hoopt dat medisch specialisten ook iets oppikken van haar boek. "Dat ze gaan praten met de naasten. Om te vragen: wat kunt u, wat weet u, bent u voorbereid of niet? Hoe gaat u zorgen voor deze persoon?"